|
UWV Kennisnieuwsbrief |
|
Aantal banen neemt in 2022 verder toe
|
Zelden was het voorspellen van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zo lastig als de afgelopen jaren. Eerst was er corona, nu is daar de oorlog tussen Rusland en Oekraïne bijgekomen. ‘De wereld is een stuk instabieler geworden. Wat de oorlog voor gevolgen heeft voor de werkgelegenheid, kunnen we nog niet goed overzien’, zegt Sake Wagenaar, arbeidsmarktadviseur bij UWV. Hij is een van de auteurs van de recent verschenen UWV Arbeidsmarktprognose 2022–2023.
Eén keer werd de publicatie van de jaarlijkse UWV Arbeidsmarktprognose uitgesteld. Dat was in het voorjaar van 2020, toen de door corona veroorzaakte onzekerheid dermate groot was dat elke raming bij voorbaat achterhaald leek. ‘Het economisch herstel ging na de coronacrisis sneller dan menigeen had verwacht, sterker: inmiddels is de arbeidsmarkt krapper dan ooit’, zegt Sake Wagenaar. ‘Hoewel de gevolgen van de oorlog voor de arbeidsmarkt eveneens lastig in te schatten zijn, hebben we nu wel een prognose uitgebracht. Zoals altijd zijn onze ramingen gebaseerd op de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB). Zij gaan in hun basisraming uit van een economische groei van 3,6% dit jaar, voor 2023 verwachten zij een groei van 1,7%. Wij vertalen de cijfers uit het Centraal Economisch Plan (CEP) naar de arbeidsmarkt op sectorniveau.’
Groei buiten de Randstad
Voor 2022 voorziet UWV een stijging van zowel het aantal banen als het aantal gewerkte uren. In 2023 vlakt die stijging af. Opvallend is dat de grootste groei van het aantal banen zich buiten de Randstad voordoet, in het bijzonder in Flevoland en in Midden- en Zuidoost-Brabant. In Zuid-Limburg, Zuid-Kennemerland & IJmond en Midden-Limburg is de groei het laagst.
Veel onduidelijk
Bij deze prognose past een kanttekening. Het CEP verscheen kort na de Russische inval. Niemand kon toen – en nu eigenlijk nog steeds niet – inschatten wat de gevolgen van de oorlog zijn voor de wereldeconomie en daarmee voor de werkgelegenheid. Wagenaar: ‘De stijgende gasprijzen zijn al deels ingecalculeerd, maar het neemt nu extreme vormen aan. Er is zo veel onduidelijk. Wat betekent dit op termijn voor de energie-intensieve industrie? Wat zullen de effecten zijn op de koopkracht van de consument? Zal de rente verder stijgen?’
Alternatief scenario
Het CPB bracht na de publicatie van het CEP nog een alternatief scenario uit over de mogelijke gevolgen van de oorlog, met langdurig hoge brandstof- en energieprijzen en afnemende wereldhandel. ‘Maar dat scenario, dat uitgaat van 1,9% economische groei dit jaar en van 0% in 2023, is onvoldoende uitgewerkt om onze sectorale werkgelegenheidsprognoses op te baseren’, zegt Wagenaar.
Banengroei
UWV gaat tussen 2021 en 2023 uit van een banengroei van 10,9 miljoen naar 11,2 miljoen, dat is een stijging met 2,7%. ‘Het aantal gewerkte uren stijgt sneller dan het aantal banen’, aldus Wagenaar. ‘Dat geldt echter niet voor zelfstandigen, voor hen blijft het aantal gewerkte uren achter. De verschillen tussen de sectoren zijn aanzienlijk’, verduidelijkt Wagenaar. ‘De sterkste banengroei zien we in de uitzendbranche, de horeca, de specialistische zakelijke dienstverlening en in de sector zorg en welzijn. De horeca en de uitzendbranche werden hard getroffen door de coronacrisis en maken nu een soort inhaalslag. Voor zorg en welzijn is de banengroei door vergrijzing en een toenemende zorgvraag structureel van aard.’ In andere sectoren, waaronder de industrie en detailhandel, blijft de werkgelegenheid achter. UWV verwacht een krimp met 0,7% van het aantal banen in de industrie en van 0,9% in de detailhandel. ‘Bij de detailhandel heeft dat te maken met een toename van de onlineverkoop, bij de industrie komt het vooral door automatisering en technologisering.’
Spannende tijden bouwsector
UWV verwacht dat het aantal banen in de bouw zal toenemen met 2,9%. Wagenaar: ‘Het is spannend wat in die sector zal gebeuren. De klimaatmaatregelen brengen een hoop extra werk met zich mee, nog los van het feit dat er de komende jaren vele tienduizenden extra woningen moeten worden gebouwd. Maar het is de vraag, gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de schaarste aan materialen, of al die plannen uitgevoerd kunnen worden. Maar de grootste onzekerheid ligt natuurlijk in de geopolitieke ontwikkelingen. De wereld is een stuk instabieler geworden en dat maakt dat ramingen beperkt houdbaar zijn. Daarom doen we ook bewust geen uitspraken over de arbeidsmarkt na 2023.’ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|